Haardstedegeld 1672-1804
De registers van het haardstedegeld geven inzicht in de sociale status van een huishouden. Vermeld wordt het aantal paarden waarmee men de es op ging, of soms de omvang van het boerenbedrijf (een vol of half erf). Personen met een nering of ambt betaalden daar 1 gulden extra voor. De armen waren vrijgesteld van deze belasting, maar worden wel allen vermeld. In 1742 werden zelfs akten van remis opgemaakt voor de behoeftigen, waaruit duidelijk blijkt hoeveel onderstand zijn ontvingen.
De registers zijn in de meeste plaatsen bijgehouden in 1672, 1691, 1744, 1754, 1764, 1774, 1784, 1794 en 1804. Soms beginnen ze iets later of zijn er meer registers aanwezig.
Dankzij de tienjaarlijkse interval kunnen de registers goed gebruikt worden voor het opstellen van een bewoningsgeschiedenis in de 18e eeuw. Over het algemeen volgde de ambtenaar die de registers opstelde telkens dezelfde route door het dorp. Vandaar ook dat via de oorspronkelijke volgorde van het register achterhaald zou kunnen worden waar het huis gestaan zou kunnen hebben. Via een link is de oorspronkelijke volgorde van het register beschikbaar.
NB. Het bedrag dat betaald moest worden voor de belasting is uitgedrukt in gulden, stuivers en penningen.